In 2015 is het Shared Service Center Zuid-Limburg opgericht, een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Maastricht, Heerlen en Sittard-Geleen in de vorm van een gemeenschappelijke regeling.
Bij het inrichten van het SSC-ZL is overleg gevoerd met de vakbonden om de personele invulling van het SSC-ZL te stroomlijnen. Dit proces is moeizaam verlopen en heeft in Maastricht geleid tot wat is gaan heten ‘de spionageaffaire’, waarbij de verspreiding van (vertrouwelijke) conceptnotulen de aanleiding was. Dit leidde tot een opdracht aan een extern forensisch bureau om mailboxen te onderzoeken.
Een aantal politieke partijen in de gemeenteraad van Maastricht, te weten PvdA, PVM, M:OED, PVV, Liberale Partij Maastricht en de Groep Gunther, heeft de Rekenkamer Maastricht verzocht om “haar licht te laten schijnen over deze zaak” met als intentie om uit de casus lessen te trekken voor de toekomst. Om tot een goede interpretatie en afweging van dit verzoek te kunnen komen, heeft de Rekenkamer Maastricht met de indieners van het verzoek een gesprek gevoerd met als doel te komen tot een verduidelijking van de vraagstelling. Daarbij is ook de afspraak gemaakt dat de rekenkamer op basis van het verzoek in combinatie met het gesprek, een onderzoeksvraag (her)formuleert en deze vervolgens teruglegt bij de indieners van het verzoek, met daarbij dan ook de vraag van de rekenkamer aan de indieners om ook bij de andere politiek partijen te polsen of deze ook een mogelijk onderzoek van de rekenkamer met onderstaande vraagstelling ondersteunen. De rekenkamer heeft vervolgens op verzoek van VVD en Groen Links met deze partijen gesproken om de wensen van deze partijen te vernemen en een nadere toelichting te geven op de conceptonderzoeksvragen. CDA, D66 en Seniorenpartij Maastricht hebben schriftelijk hun steun aan het onderzoek gegeven.
De Rekenkamer wil op basis van empirisch onderzoek vooral op de toekomst gerichte aanbevelingen doen. Dat betekent dat in dit onderzoek niet zozeer de vraag aan de orde komt ‘wie heeft er in deze casus eventueel gelijk en wie heeft er eventueel gefaald?’, maar daarentegen wordt geprobeerd, de hele casus overziend, lessen voor de toekomst te trekken. En deze lessen ook gericht te adresseren aan de belangrijkste actoren.