Het grote maatschappelijk en financieel belang van het armoedebeleid en de oplopende uitgaven hebben de Rekenkamer Maastricht ertoe gebracht om in haar Onderzoeksagenda 2016-2017 een vooronderzoek aan te kondigen. Dit Plan van aanpak is de uitkomst daarvan. Tijdens het vooronderzoek is verder gebleken dat er de afgelopen tijd vragen zijn gerezen in de Maastrichtse gemeenteraad over de wijze waarop de raad in staat moet worden gesteld voortgang en effectiviteit van het ingezette beleid (in het Actieplan Armoedebestrijding) te monitoren. Juist vanwege de complexiteit en de integraliteit van het gemeentelijk armoedebeleid is dit een weliswaar begrijpelijke, maar niet eenvoudig te beantwoorden vraag.
Een beknopte scan van (rekenkamer)onderzoek naar gemeentelijk armoedebeleid elders in het land laat zien dat effectmeting op dit beleidsterrein nog in de kinderschoenen staat. Dit geldt ook voor Maastricht, zo is tijdens het vooronderzoek gebleken. Tegelijkertijd vindt de rekenkamer het van groot belang dat de raad in staat wordt gesteld om te kunnen controleren in hoeverre de beschikbare middelen doelmatig en doeltreffend worden besteed. Dit vormt voor de rekenkamer dan ook een extra motivatie om dit onderzoek te starten.
De centrale onderzoeksvraag luidt:
Hoe wordt de Maastrichtse gemeenteraad in staat gesteld de uitvoering van het armoedebeleid en de besteding van de financiële middelen te controleren, en welke mogelijkheden zijn er om de controlerende rol van de raad te versterken?
Deelvragen die hieruit kunnen worden afgeleid zijn:
- Hoe ziet het geldende armoedebeleid van de gemeente Maastricht eruit: wat zijn de doelstellingen, welke regelingen zijn er, op welke doelgroepen zijn deze gericht en hoe worden de beschikbare financiële middelen ingezet?
- Zijn voor de diverse regelingen ter bestrijding en voorkoming van armoede de beoogde doelgroep(en) duidelijk geïdentificeerd? Heeft de gemeente zicht op de ontwikkeling van en binnen de doelgroepen (instroom en uitstroom) en de oorzaken hiervan?
- Zijn de beoogde effecten van de genomen maatregelen duidelijk en worden doeltreffendheid en doelmatigheid periodiek geëvalueerd? Wat is er op grond van de beschikbare gegevens te zeggen over de doelmatigheid en doeltreffendheid? Welke indicatoren worden gehanteerd?
- Hoe is de gemeenteraad geïnformeerd over de uitvoering van het beleid en de besteding van de beschikbare financiële middelen? Op welke wijze kan de raad (beter) in staat worden gesteld om de uitvoering van het beleid en de besteding van de beschikbare financiële middelen te controleren?
Het onderzoek zal zich in principe richten op de huidige raadsperiode, dat wil zeggen de periode 2014 tot heden.