De Rekenkamer Maastricht presenteert een onderzoek naar de manier waarop de gemeente omgaat met reserves, voorzieningen en het weerstandsvermogen, en de wijze waarop de gemeenteraad daarover wordt geïnformeerd.
Lees meer
Dit alles vermindert de inzichtelijkheid en daarmee de bruikbaarheid van de begroting en jaarrekening voor de gemeenteraad en leidt ertoe dat de raad haar kaderstellende en controlerende rol minder goed kan vervullen. Om de kaderstellende en controlerende rol van de raad op dit punt goed te kunnen vervullen is inzicht in de omvang en samenstelling van de reserves en voorzieningen, en ook in het weerstandsvermogen, van belang.
Het gekozen perspectief is dat van de gemeenteraad, en de vraag die de rekenkamer zich daarbij heeft gesteld, is of de raad adequaat wordt geïnformeerd over deze potentieel ingewikkelde materie.
De rekenkamer stelt daarbij allereerst vast dat de reserves en voorzieningen overzichtelijk worden gepresenteerd in begroting en jaarrekening. Tegelijkertijd stelt de rekenkamer ook vast dat bij veel reserves geen expliciete instellingsbesluiten zijn aangetroffen, en dat bestedingsplannen vaak ontbreken. Daarom wordt aanbevolen om de reserves en voorzieningen periodiek en integraal te herijken zodat mogelijk overtollige reserves kunnen vrijvallen.
Een tweede constatering ligt op het terrein van het vruchtboomfonds waarvan de rekenkamer constateert dat deze structureel daalt, zonder dat daartoe expliciet beleid is vastgesteld.
Het is niet onmiddellijk duidelijk voor de geïnformeerde leek hoe het weerstandsvermogen van de gemeente wordt berekend. In ieder geval lijkt het weerstandsvermogen zeker niet te laag te zijn weergegeven in de jaarstukken. Aanbevolen wordt om hier helderheid over te verschaffen en daar ook consequent naar te handelen. Ook wordt geadviseerd om het risicomanagement verder organisatiebreed te verankeren.