De ambitie uit het coalitieakkoord 2018-2022 ‘Maastricht onbegrensd en ontspannen’ luidt: ‘Dankzij een ingezet aanvalsplan ligt de armoede in Maastricht in 2030 onder het landelijk gemiddelde’. Deze ambitie vormt de kapstok voor het Aanvalsplan armoede en schuldhulpverlening 2020-2024 ‘De knoop ontwarren’. Het is op advies van de rekenkamer een integraal beleidsplan armoede en
schuldhulpverlening. Het aanvalsplan is deels een voortzetting van het huidige beleid. De focus verschuift echter de komende jaren van het verzachten naar het voorkómen van armoede en schulden. Het is de missie van de gemeente om sociale uitsluiting en ongelijkheid als gevolg van armoede en/of schulden te verminderen. Bovendien is er bijzondere aandacht voor kinderen in armoede.
Voltooide onderzoeken
Alle voltooide onderzoeken
2020-06: Woonbeleid
Gemeenten beschikken over een aantal instrumenten om de woonmogelijkheden en de woonsituatie vorm te geven. Daarbij is de gemeente regisseur op een woonmarkt waarin vele partijen actief zijn. De Rekenkamer Maastricht heeft onderzocht hoe de gemeente Maastricht haar woonbeleid vorm geeft en de haar ter beschikking staande instrumenten inzet. Om tot een goed beeld te komen heeft de rekenkamer ook diverse belangrijke partijen geïnterviewd, zoals vertegenwoordigers van bewoners en verhuurders, woningcorporaties en de universiteit. Bij haar onderzoek heeft de rekenkamer het accent gelegd op de studentenhuisvesting en sociale huisvesting.
Op basis van haar onderzoek concludeert de rekenkamer dat de gemeente Maastricht beschikt over een uitgekristalliseerde en richtinggevende woonvisie die is gebaseerd op een gedetailleerd beeld van de woningmarkt die in 2015 is uitgewerkt. Hoewel dit beeld op deelgebieden is geactualiseerd constateert de rekenkamer dat er anno 2020 behoefte bestaat aan een geactualiseerd integraal beeld van de woningmarkt.
2020-04: Casus SSC-ZL en e-mailonderzoek
Op verzoek van vrijwel alle fracties in de gemeenteraad van Maastricht, heeft de Rekenkamer Maastricht onderzoek gedaan naar de casus Shared Service Centrum en e-mailonderzoek. Doel van dit onderzoek is om aan de hand van een feitelijke reconstructie van de casus, mogelijke lessen voor de toekomst te trekken.
Het besluit om het SSC-ZL op te richten is een collegebevoegdheid, waaraan de gemeenteraad in 2014 haar instemming heeft verleend. In het onderzoek heeft de rekenkamer zowel het traject rondom de vorming van het SSC-ZL als het e-mailonderzoek naar aanleiding van de verspreiding van vertrouwelijke conceptnotulen, aan de hand van dossierstudies, interviews en de rechterlijke uitspraken gereconstrueerd. Hierbij zijn de belangrijkste beslismomenten waarop de casus – vanuit de-escalatieperspectief – ook een andere wending had kunnen nemen, specifiek gemarkeerd.
Samengevat zijn de aanbevelingen: vermijd tunnelperspectief, sta open voor afwijkende meningen, fixeer niet op één aspect, denk de-escalerend, benut het instrument van de second opinion en maak gebruik van logische reflectiemomenten.
Uit de bestuurlijke reactie blijkt dat het college de conclusies van de rekenkamer niet volledig onderschrijft en slechts in algemene zin reageert op de aanbevelingen die daaruit voortkomen.
2019-11: De afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs
Jeugdzorg en onderwijs zijn twee belangrijke beleidsterreinen voor het welzijn van de inwoners van Maastricht. Ook de afstemming tussen deze twee beleidsterreinen is belangrijk. Sommige kinderen en jongeren hebben extra ondersteuning nodig. Goede samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg kan ervoor zorgen dat die ondersteuning tijdig gegeven wordt en niet versnipperd raakt.
De rekenkamer heeft een onderzoek uitgevoerd naar de mate waarin de gemeenteraad van Maastricht sturing kan geven aan de afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs en controle kan uitoefenen op de voortgang en de resultaten van die afstemming.
De rekenkamer constateert dat het voor de gemeenteraad niet eenvoudig is om zicht te krijgen op de afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs. Er bestaan veel verschillende beleidsdocumenten en voortgangsrapportages waarin deze afstemming aan bod komt. De onderlinge samenhang tussen deze documenten is bovendien niet altijd even helder en de vertaling naar het lokale niveau is vaak niet goed uitgewerkt.
De rekenkamer heeft begrip voor de complexiteit van het jeugdzorg- en onderwijsdossier. Om beter te kunnen omgaan met die complexiteit beveelt de rekenkamer aan, meer aandacht te besteden aan het verhelderen van de verhouding tussen de vele plannen en rapportages. Daarnaast zou het college beter duidelijk kunnen maken wat de verschillende plannen en rapportages betekenen voor het lokale niveau en voor andere beleidsterreinen, met name de onderwijshuisvesting.
Ten slotte beveelt de rekenkamer aan dat het college en de raad met elkaar afspraken maken over de manier waarop de raad betrokken wordt bij de verschillende onderdelen van de beleidsterreinen jeugdzorg en onderwijs. Het is ondoenlijk alle onderwerpen van beide beleidsterreinen even intensief te volgen. De raad doet er verstandig aan prioriteiten te stellen