Jeugdzorg en onderwijs zijn twee belangrijke beleidsterreinen voor het welzijn van de inwoners van Maastricht. Ook de afstemming tussen deze twee beleidsterreinen is belangrijk. Sommige kinderen en jongeren hebben extra ondersteuning nodig. Goede samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg kan ervoor zorgen dat die ondersteuning tijdig gegeven wordt en niet versnipperd raakt.
De rekenkamer heeft een onderzoek uitgevoerd naar de mate waarin de gemeenteraad van Maastricht sturing kan geven aan de afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs en controle kan uitoefenen op de voortgang en de resultaten van die afstemming.
De rekenkamer constateert dat het voor de gemeenteraad niet eenvoudig is om zicht te krijgen op de afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs. Er bestaan veel verschillende beleidsdocumenten en voortgangsrapportages waarin deze afstemming aan bod komt. De onderlinge samenhang tussen deze documenten is bovendien niet altijd even helder en de vertaling naar het lokale niveau is vaak niet goed uitgewerkt.
Dat het voor de gemeenteraad zo moeilijk is om zicht te krijgen op de afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs heeft verschillende achtergronden:
- Jeugdzorg en onderwijs zijn verschillend georganiseerd. Onderwijs is de verantwoordelijkheid van schoolbesturen. De gemeente is verantwoordelijk voor de jeugdzorg. Het onderwerp ‘afstemming jeugdzorg-onderwijs’ is maar een klein onderdeel binnen het grotere geheel van de jeugdzorg.
- In de gemeente Maastricht is de jeugdzorg zelf weer onderdeel van het Sociale Domein. De gemeente Maastricht maakt beleid voor het Sociale Domein als geheel. Het college van burgemeester en wethouder rapporteert ook aan de gemeenteraad op het niveau van het hele Sociale Domein.
- Zowel de jeugdzorg als het onderwijs werken samen in regionale verbanden. Soms gebeurt dit op de schaal van Maastricht en het Heuvelland, soms op de schaal van Zuid-Limburg als geheel, soms in weer andere regionale samenwerkingsverbanden.
De rekenkamer heeft begrip voor de complexiteit van het jeugdzorg- en onderwijsdossier. Om beter te kunnen omgaan met die complexiteit beveelt de rekenkamer aan, meer aandacht te besteden aan het verhelderen van de verhouding tussen de vele plannen en rapportages. Daarnaast zou het college beter duidelijk kunnen maken wat de verschillende plannen en rapportages betekenen voor het lokale niveau en voor andere beleidsterreinen, met name de onderwijshuisvesting.
Ten slotte beveelt de rekenkamer aan dat het college en de raad met elkaar afspraken maken over de manier waarop de raad betrokken wordt bij de verschillende onderdelen van de beleidsterreinen jeugdzorg en onderwijs. Het is ondoenlijk alle onderwerpen van beide beleidsterreinen even intensief te volgen. De raad doet er verstandig aan prioriteiten te stellen.